Historiek
SOS 25 jaar vinger aan de pols
SOS Schulden op School ontstond in 1998 op uitdrukkelijke vraag van scholen. Scholen in Aalst, maar al gauw snel daarbuiten omdat het probleem van openstaande schoolrekeningen nu eenmaal geen gemeentegrenzen heeft. ’Schulden op school’ bleken in alle Vlaamse hoeken te bestaan en het probleem kreeg een gezicht. Via gerichte steun, later via inspirerende schooltrajecten, het introduceren van methodieken zoals de ‘schoolcode’ en het ‘solidariteitsfonds’, studiedagen en congressen, publicaties,… groeide het begrip voor de aangekaarte sociale nood. Terecht.
Het zogenaamd administratief probleem werd ontdekt als een prangende welzijnsnood, sociaal onrecht dat het recht op onderwijs ondermijnt.
Als partner voor scholen die op vrijwillige basis wilden doen wat kan, werd tussen 2000 en 2021 heel wat gerealiseerd en vooral: leidde de aanhoudende sensibilisatie tot beperkte beleidsstappen. We vermelden:
- de maximumfactuur voor het basisonderwijs (er zijn kanttekeningen te maken, maar OK, goed dat deze bestaat),
- verbetering van de automatische rechtentoekenning van de schooltoelage (ook hier nog vooruitgang mogelijk),
- het groot aantal scholen dat intussen openstaat voor bepaalde sociale maatregelen – sommige goed doordacht, vaak helaas beperkt tot loutere budgetteringsmogelijkheden),
- een iets meer structurele basis voor begeleiding van scholen (weliswaar nog steeds op vrijwillige basis van scholen, geen structureel gegeven en budgettair maar een procentueel beperkt aantal scholen dat kan betrokken worden),
Met Vlaamse ondersteuning (Departement Onderwijs) begeleidde SOS Schulden op School in deze fase tal van gemotiveerde scholen, tot 2021. Daarbij werd een ruime expertise opgebouwd en groeiden inzichten omtrent factoren die méér antwoord vragen dan loutere schoolbegeleidingen, hoe belangrijk ook.
In ugustus 2022 hadden Emma Klein en An-Sofie Deprez (consultants, samenwerking met stickting pelicano VZW van Finn Agency) een gesprek met Peter Dauwe, stichtend afgevaardigd bestuurder van SOS Schulden op School. Zij peilden naar de resultaten en conclusies naar de verdere toekomst.
-
Wat doet SOS Schulden op School precies?
Het belang van de eerste 20 jaar kan moeilijk overschat worden. Tal van scholen toonden aan dat het wel degelijk loont om de problematiek van de schoolkosten ruimer te benaderen. Zij slaagden er, na een soms heel intens begeleid traject in, om binnen het hele domein van hun schoolbeleid werkpunten te realiseren. Dit met zowel aandacht voor ‘preventief en proactief te werk gaan’ als voor sociale rechtstreekse antwoorden op noden én ook zelfs het inningsbeleid. Hierbij is zeker een conclusie te trekken: ‘Scholen, hou je sleutels zelf in handen’. Goede ervaring ook waar scholen samenwerken rond bijv. een gemeenschappelijke schoolcode.
Het vrijwillig engagement van al die scholen is een succesfactor maar meteen ook een kritische noot. Op die manier komen we er nooit.
-
Resultaten?
We moeten erkennen dat het een straatje zonder einde is als – hoeveel scholen zijn er niet? – je jaarlijks slechts een handvol scholen kan begeleiden. Onze initiële bedoeling om good practices te helpen realiseren en vooral verder te verspreiden, de sensibilisatie van onderuit naar het beleid ook, geraakte wat ondergesneeuwd. Structurele factoren waar scholen zelf maar beperkt vat op hebben en bredere aandacht behoeven, bleven op de achtergrond. Denk maar aan de toenemende commercialisering van het onderwijs en de inningspraktijk van onbetaalde schoolfacturen. We zagen als SOS ook dat het belang van het ‘kind van de rekening’ en diens ouders veel uitdrukkelijker op de voorgrond mag komen.
Ik zou als resultaat vier punten willen aanhalen:
1 Het taboe werd bespreekbaar. Tot op zekere hoogte. Als men spreekt over schoolkosten denkt men nogal eens spontaan over de openstaande rekeningen bij de scholen, maar veel minder aan de kostendruk bij de ouders. Het eeuwig spel van bevoegdheden en terreinafbakeningen tussen minister en koepels, autonome scholen en zelfs scholen tegenover schoolgemeenschappen… werkt in de praktijk ook wel verlammend om de schoolkosten-problematiek ten gronde aan te pakken. Ouders en kinderen zijn daarbij sowieso de zwakste schakel. Hun stem verdient meer gehoor.
2 Ontegenzeglijk is er meer beweging (bewogenheid) bij de onderwijsbetrokkenen, dit met een duidelijk hogere sensibiliteit en al heel wat praktijkexpertise. Die laatste verdient meer erkenning en verspreiding binnen het onderwijsveld zelf. SOS is altijd heel sterk gericht geweest op wat in de praktijk, tussen en rond de schoolmuren, mogelijk is.
3 In interactie met de schoolteams zijn er een aantal goed bruikbare concepten ontwikkeld waarmee scholen van verschillende kenmerken, aan de slag kunnen. In onze publicaties wordt uitvoerig ingegaan o bijv. het zevenstappenplan, het solidariteitsfonds als alternatief voor een schimmige ‘zwarte kas’, de schoolcode,…). We worden hier regelmatig op aangesproken.
4 Tenslotte wil ik het belang van beelden vermelden: schulden op school (in onze beginjaren klonk dit zeer chockerend en eigenlijk is het nog steeds vreemd schulden maken voor of op de school van je kind) , de lege brooddoos, de lege boekentas, het kind van de rekening… Deze beelden helpen om de moeilijke vaak verdoken miserie te kunnen aanvoelen. Dat vooral is meer nodig: denken vanuit de leefsituatie van de betrokkenen.
-
En nu?
Onze kritische functie is er steeds geweest maar komt in ons vernieuwd beleidsplan meer aan bod. Het beleid van vrijwillige engagementen versterkt de dualiteit tussen scholen en spanningen binnen scholengemeenschappen, scholen, richtingen. Dit is geen goede zaak. Scholen kunnen zich profileren als ‘dure, degelijke school’, en dat gebeurt ook, met alle gevolgen van dien. Je zal maar een schoolrichting volgen willen die aangeboden wordt in zo’n school. Het is goed als scholen samen afspraken maken, maar dit gebeurt zeker nog niet overal en niet altijd met voldoende resultaat.
We vragen ons bij SOS af waarom het methodisch bijstaan van scholen bijstaan niet stilaan een reguliere dienstverlening zou kunnen worden. De vrijblijvendheid wordt onhoudbaar. We herinneren ons dat het een drietal jaar geleden een doel was binnen het onderwijsbeleid om projectmatig opgebouwde kennis te verankeren, regulier binnen onderwijs. Het mocht (nog) niet zijn. Misschien is het op dit moment nog niet haalbaar. Toch geloven we: met een versterking van zowel de pedagogische begeleidingsdiensten als de CLB’s zou méér mogelijk zijn in méér scholen.
Als autonome vzw zouden wij niet liever zien dat gunsten en toevalligheden evolueren naar volwaardige rechten van het kind en diens ouders, ongeacht de woonplaats.
Een verschuiving in onze eigen werking is zeker de nadruk op vermaatschappelijking. Belangrijke te zetten stappen dreigen te verzanden als het thema enkel binnen de scholen en armoedeverenigingen levend gehouden wordt. Zo willen we het ‘recht van het kind’ veel meer benadrukken alsook de raakvlakken met ‘duurzaamheid’. Elk jaar nieuwe handboeken moeten kopen bijv., geen tweedehands aankoopmogelijkheden voor schoolbenodigdheden,… dat kan toch niet.
Uit de herbronning (2001-2002) groeide een vernieuwd beleidsplan voor de volgende jaren. Via actuele initiatieven wil SOS Schulden op School de vinger aan de pols blijven houden. Dit zowel met professionele steun als warm, vrijwillig engagement. Gemotiveerde vrijwilligers mogen zich gerust melden (Johan_vanbiesen@yahoo.com).